Op 5 november 2015 werd door de gemeenteraad van Woerden besloten het stadhuis duurzaam te renoveren. Het pand was bouwkundig verouderd, gebruikte te veel energie en was te ruim bemeten voor de flexibeler geworden manier van werken. Het is de wens van de gemeente om het gebouw “aantrekkelijk en duurzaam te maken, waarbij optimale dienstverlening aan de inwoners en flexibel gebruik van de beschikbare ruimte centraal moet staan”. De renovatie is een combinatie van inkrimping en modernisering van het bestaande pand. De oplevering staat gepland op 16 november 2018.

Het strippen van het bestaande pand was al in volle gang toen BAM Bouw en Techniek te horen kreeg dat ze de Europese aanbesteding voor de renovatie hadden gewonnen. De opdrachtgever vond het belangrijk dat het gebouw duurzaam zou zijn en daarom werd ook de aannemer beoordeeld op duurzaam ondernemen. BAM scoorde uitstekend dankzij de lage CO2-footprint, een slim vervoer- en toeleverplan en een ambitieus afvalrecyclingprogramma. Op Social Return On Investment (SROI) scoorde BAM maximaal. Mensen met een afstand tot de arbeidsmarkt worden (in samenwerking met Ferm Werk) betrokken bij het project om op die manier werkervaring op te doen.

“Omdat de risico’s bij renovaties moeilijk zijn in te schatten en af te bakenen, hebben we voorafgaand aan de werkzaamheden een 3D-scan van het gebouw laten maken,” vertelt Emre Gulmez, Projectleider E bij BAM Bouw en Techniek. “Uit die scan kwamen 200 clashes naar voren; afwijkingen tussen de theorie en de praktijk. De maatvoering van een groot aantal constructieve elementen week bijvoorbeeld af en de hoogtes van de verdiepingen bleken niet te kloppen. Daardoor moest een gedeelte van de installaties en bouwpakketten opnieuw ontworpen worden. Een reeks (interne) verbouwingen is nooit gedocumenteerd, met afwijkende maatvoeringen en sparingen tot gevolg. Bovendien viel de niet-constructieve kwaliteit van het gebouw op een aantal punten tegen. De dekvloeren en het aanwezige metselwerk waren bijvoorbeeld in slechte staat en konden we zonder de nodige reparaties of vervangingen niet voor de komende 40 jaar garanderen. Uit de 3D-scan werd ook duidelijk dat er een heel beperkte ruimte was tussen de bestaande vloer en het plafond. Die ruimte was in delen van het gebouw in werkelijkheid kleiner dan uit de originele contractstukken bleek. Met de ruimte die beschikbaar was voor de vloer- en kabelgoten leken we op het eerste gezicht niet uit de voeten te kunnen. Dan is het prettig om een partner te hebben die met je meedenkt, zoals Legrand in dit geval op meerdere punten heeft gedaan.”

“Een van de uitdagingen binnen dit project was de beschikbare hoogte voor de vloergoten,” licht Mark van der Pol, Accountmanager National Accounts bij Legrand Nederland, toe. “Er is gekozen voor het Soluflex cable floor system van Legrand. Hiermee kun je op elke gewenste plaats, verzonken in de vloer en onttrokken aan het zicht, contactdozen of verdeeldozen installeren. Het is een heel flexibel systeem, omdat je eenvoudig wijzigingen kunt doorvoeren wanneer meubilair of wanden moeten worden verplaatst. Omdat Soluflex altijd opnieuw is toe te passen, is het bovendien een duurzame keuze. Helaas bleek de beschikbare hoogte van de dekvloer niet te volstaan voor de standaarduitvoering met een hoogte vanaf 37 mm.

We hebben toen samen met Nelissen, de betrokken installatietechnisch adviseur, naar een oplossing gekeken en hebben de hoogte van de Soluflex oplossing weten terug te brengen naar de benodigde 25 mm.” “Omdat we niet konden garanderen dat de bestaande dekvloeren nog 40 jaar zouden blijven voldoen, is uiteindelijk besloten om het gebouw alsnog te voorzien van nieuwe cementdekvloeren,” vult Emre Gulmez aan. “Daarmee kregen we ook wat extra speelruimte in de hoogte van de goten en konden we alsnog de hogere variant Soluflex voetjes gebruiken, met als voordeel dat je er minder van nodig hebt, omdat er meer kabelvolume doorheen kan.” “Maar als het nodig was geweest, had Legrand voetjes met een hoogte van 25 mm kunnen leveren, alsmede aangepaste contactdozen en verdeeldozen,” beaamt Joost Sanders, Projectleider bij Legrand Nederland.

Ook het plaatsen van de kabelgoten zorgde voor de nodige hoofdbrekers. “Normaal gesproken hang je vanaf een breedte van 400 mm kabelgoten op met een c-rail, maar daar hadden we in dit geval de ruimte niet voor,” aldus Emre. “Om de beschikbare hoogtematen te halen hebben we ervoor gekozen om de goot op te hangen met klauwen.” “Om die klauwklemmen te kunnen gebruiken, kun je niet terugvallen op de standaard kabelgoot,” vult Joost aan. “Daarom zie je hier in het gehele gebouw goten met een gewafelde bodem. Dit type heeft een sterkere bodem en kan daarom op deze manier worden bevestigd. Op zich niet bijzonder maar het geeft wel aan hoe er in dit project is gezocht naar elke centimeter besparing boven het verlaagde plafond,” hetgeen Emre enkel kan beamen. “Alles wat centraal moet lopen, loopt door de gang heen en als je dan zo’n beperkte ruimte tot je beschikking hebt, kom je behoorlijk aan het puzzelen. Als we het niet op deze manier hadden kunnen oplossen, hadden we een enórme uitdaging gehad.”

“Zo zijn er bij elk project altijd dingen die je niet had kunnen voorzien,” stelt Pedro van Maren, BIM Engineer bij BAM Bouw en Techniek. “Je weet dat het gaat gebeuren, je weet nooit wat er gaat gebeuren, maar als het gebeurt is het zaak om snel te schakelen en dat gaat altijd heel goed met Legrand.” “Klopt,” bevestigt Emre. “De lijnen zijn kort en we vragen Legrand vaak al in de tenderfase om met ons mee te kijken. Iedereen moet doen waar hij goed in is. Legrand heeft de productkennis en de marktkennis; wij hebben de praktijkervaring en het overzicht. Onder de streep gaat het om het resultaat en het is wel zo prettig als je dat met een goede samenwerking weet te bereiken!”